Ziekten en erfelijke aandoeningen

De Berner Sennenhond kan last krijgen van de volgende erfelijke aandoeningen:

• Heupdysplasie: een erfelijke afwijking van de heup gewrichten. De erfelijke vorm van heupdysplasie is meestal waar te nemen tussen de 6 en 12 maanden. Met honden tot maximaal graad C mag er gefokt worden. voorbeelden van symptomen zijn meestal: zwakker achterhand, kreupelheid in achterhand, soms pijn uitingen. Moeilijk springen of weigeren te springen. Heupdysplasie komt steeds minder voor omdat er veel onderzoek en veel kennis is over deze aandoening.
• Elleboogdysplasie: een erfelijke afwijking in het gewricht. Symptomen ontstaan meestal tussen de 6 en 9 maanden en zijn meestal kreupelheid en pijn uitingen, stijfheid na rust, erge kreupelheid bij bewegen of vermoeidheid, pijn bij buigen of strekken van de elle boog. Met honden tot maximaal graad 2 mag er gefokt worden.
• LPA: stukje bot van ellepijp los in het gewricht
• OCD: afwijking in het gewrichtskraakbeen van de bovenarm waarbij losse stokjes been of kraakbeen in het gewricht terecht komen.
• Artrose: gewrichtsslijtage
• Hs: een kwaadaardige tumor die te maken heeft met het immuunsysteem

Er zijn nog andere erfelijke aandoeningen bij het ras maar hier moet nog verder onderzoek naar worden gedaan. Een voorbeeld hiervan is epilepsie. Epilepsie bestaat uit aanvallende spontane ontladingen van elektriciteit in de hersenen.  Een epileptische aanval kan verschillende vormen hebben. Als het hele lichaam betrokken is verkrampen de spieren en valt het dier om. Het dier krijgt last van schokken en begint te kwijlen. Het kan dat hij ontlasting en urine laat lopen.